Om de biografie van Albert Catry te kunnen schrijven, moet ik nog heel wat aanvullend archiefonderzoek uitvoeren. Ik kan wel terugvallen op mijn boek en op de bronnen en de documentatie die ik destijds verzamelde, maar een biografie vergt een andere benadering en omvat veel decennia. Bovendien vestigde Catry zich pas in 1926 in Roeselare. Hij was op dat moment al 30 jaar. Ook voor de periode 1935 tot aan zijn overlijden in 1941 beschik ik over niet veel informatie over Catry. Hij nam toen ogenschijnlijk een minder vooraanstaande rol in, maar was dat ook zo?
In mijn zoektocht naar relevante archiefdocumenten breng ik veel tijd door op de websites van archiefinstellingen. Gelukkig heb ik enkele goede aanknopingspunten.
Mijn ervaringen lopen sterk uiteen. Op de ene website vind ik online stukbeschrijvingen van brieven terug, op een andere website vind ik alleen maar de beschrijvingen van foto's, documentatie en publicaties terug. Hier zijn geen archiefinventarissen online beschikbaar, ook niet in de vorm van digitale (werk)documenten. Die moeten er toch wel zijn? Dat kan toch bijna niet anders? Hoe weet ik welke archieven deze instelling bewaard? Gelukkig heeft dit archief gegevens ingevoerd in Odis en kan ik via deze omweg op zijn minst al weten welke archieven er worden bewaard. De archiefbeschrijvingen zelf vind ik hier ook niet... toch maar even mijn persoonlijk contact bij dit archief contacteren.
Weinige tijd later krijg ik een antwoord op mijn mail. De mail bevat de referenties van archieven die ik best eens raadpleeg: die referenties zijn het resultaat van een geautomatiseerde zoekopdracht die ik als archiefgebruiker niet online kan uitvoeren. Wil ik weten of er relevante archieven worden bewaard dan moet ik eerst naar de leeszaal gaan en daar ter plaatse de zoekopdracht uitvoeren. Dat kan natuurlijk enkel tijdens de openingsuren van de leeszaal. De leeszaal is open op werkdagen en tijdens de reguliere kantooruren. Dat betekent dus verlofuren opnemen om alleen nog maar te weten of er relevante archiefdocumenten zijn. Dat doe ik liever niet. Een andere optie is hen te mailen met mijn vragen, maar ook dat doe ik niet graag: ik wil graag zelf kunnen zoeken (en vinden). Bovendien heb ik enkel tijdens het weekend tijd om met mijn onderzoek bezig te zijn en ik wil eigenlijk graag meteen de resultaten kennen van mijn speurtocht.